HOME | TOLERABLE | ELISABETH | VARIANTEN | VAREN WERF | HERGEBRUIK | FOTODUMP | INFO | CONTACT | LINKS
|
|||
Regelmatig krijg ik de vraag waar je een spits nu eigenlijk aan herkend. Op zich is dit vrij makkelijk te beantwoorden. "Spitsen" is zeg maar de verzamelnaam voor schepen met afmetingen van rond de 38 meter lang op 5 meter breed. Maar daar begint het al. Terwijl de kortste spitsen krap 38 meter halen, zijn de langste om en bij de 40 meter. De breedte wil ook al eens variëren, al zal dat altijd maar een paar centimeter zijn.
Omstreeks 1877 werd onder de Franse minister van openbare werken begonnen aan het eenvormig maken van het waterwegennet. Bepalend daarbij waren de standaardafmetingen voor de sluizen. Deze werden 40 meter lang op 5,20 meter breed. Het was de bedoeling dat overal met een diepgang van 1,80 meter kon gevaren worden. Aan deze beslissing heeft de spits, nu al bijna 130 jaar later nog steeds zijn vaargebied en tevens zijn beperkingen te danken.
Dan zou je denken dat alle spitsen er zo ongeveer hetzelfde moeten uitzien, maar niets is minder waar. Binnen deze afmetingen is er in al die jaren oneindig veel geëxperimenteerd. Enerzijds om zoveel mogelijk vracht mee te krijgen op die "metertachtig", anderzijds om met deze zeer vierkant gebouwde schepen toch een beetje vooruit te komen. De ene schipper had liever een "grote lader" de andere wou dan graag weer wat meer snelheid en dus een wat scherper schip. Er werd ook steeds gezocht naar mogelijkheden om de beperkte leefruimte aan boord te vergroten of zo optimaal mogelijk te benutten. Terwijl de eerste (sleep)spitsen behalve een klein achteronder verder geen woning hadden is men op latere exemplaren toch vaak relatief ruime woningen gaan plaatsen. Al varen op vandaag nog steeds enkele exemplaren rond met enkel een woonstuurhut. Hieronder een aantal voorbeelden....... |
|||
Omdat ze nu eenmaal zo niet meer rondvaren....Hierbij een postkaart met op de voorgrond wat men de "oersleepspits" zou kunnen noemen. Sturen gebeurde met de helmstok zonder enige bescherming tegen weer een wind. De enige luxe die men hier al vond is het kleine roefje van waaruit je naar het achteronder kwam in plaats van door een luik aan dek. |
|||
Het niet meer zo frisse exemplaar op deze foto verschilt in weinig van het schip op voorgaande foto. Alleen heeft men hier in het midden een cabine geplaatst. Op sommige sleepspitsen deed deze dienst als stalling voor de trekdieren. Geregeld werd deze ruimte ook gebruikt als woning voor de schipper en zijn familie. Al bleef het ahteronder dan meestal nog wel in gebruik als slaapplaats. |
|||
Deze Notre Dame de Seez is één van de laatste schepen uit de actieve vloot met een cabine in het midden. Voor even nog, want het schip is al een tijd te koop en zal hoogstwaarschijnlijk ook eindigen als woonschip. Dat je die cabines nergens meer ziet heeft vooral te maken met het verlies aan laadruimte wat ze onvermijdelijk met zich meebrachten en uiteraard gelden tegenwoordig andere normen inzake comfort. |
|||
Deze nogal vrolijk uitgedoste Rogi verraadt nog vaag zijn oorsprong. Dit schip werd samen met 639 gelijkaardige schepen na W.O. II door Duitsland aan Frankrijk geleverd als zogenaamde herstelbetalingsspits. Bij aflevering hadden de schepen in grote letters een immatriculatienummer op de kop staan voorafgegaan door een letter "P" (Paris). Daardoor staan deze schepen in Frankrijk ook vandaag nog bekend als "gros numero" . In ons taalgebied spreken we dan weer van een duitse "P". Een beetje geoefend oog herkent deze schepen meteen aan de wat hoekige vormen en de ietwat scherpere kop en kont met daarin kleine patrijspoortjes. Als het ware de enige min of meer "spitse" spitsen. Het schip hiernaast laat wat beter zien hoe de Rogi er oorspronkelijk uitzag. Deze laatste ligt wat te verkommeren te Port la Nouvelle in Zuid Frankrijk. Op vandaag zouden slechts drie P's overblijven in de vrachtvaart. Het overgrote deel werd reeds gesloopt of is omgebouwd tot woonschip. |
|||
Nog een vertegenwoordiger van de oude generatie spitsen is deze Patrick. De enige leefruimte is een woonstuurhut en het achteronder. Het schip zal wel makkelijk z'n 250 ton meenemen op 1m80, gezien het vrij vierkante model. Voor lichte vracht heeft men voorzien in een klein stukje verhoogde den. Veel meer is er sinds de bouw in 1927 niet veranderd. |
|||
Dan hebben ze op de Simoun tenminste een hoop leefruimte. Dit schip heeft een zogenaamde "roef aan de den" of simpeler gezegd een roef voor de stuurhut. Nadeel van dit soort opbouw is dat een groot deel van het ruim zich onder de woning bevind. Iets wat maar matig geäpprecieerd word door scheepslossers, die dit gedeelte moeten bijscheppen. Het wat scherpere achterschip wijst er op dat dit schip al van bij de bouw een motorschip was. |
|||
Het overgrote deel van de nog actieve spitsenvloot bestaat uit schepen met de roef achterop, zoals deze Typhon. De meestal vrij ruime machinekamer bevind zich dan onder deze roef en het ruim loopt slechts een klein stuk onder de stuurhut door. Net als bij de roef voorop vind je deze achterop in de meest uiteenlopende formaten. De Typhon heeft er al één van de grotere soort.... |
|||
....Al heb je in alles natuurlijk een overtreffende trap. Deze Bipbip is voorzien van een wel erg groot en hoog exemplaar. Alles op dit schip is nogal hoog uitgevallen, en er word ook nog een ander schip geduwd. Deze schepen varen dan ook voornamelijk in het Seinebekken, België en Nederland. |
|||
Franse spitsen hebben vaak de woning onder het achterdek. Een voordeel hiervan is dat de volledige breedte van het schip gebruikt kan worden en je buiten niet door een smal gangboord naar achter moet om vast te maken. In de zijkant bevinden zich een aantal diep verzonken patrijspoorten. De Paris heeft er aan beide zijden slechts twee, typisch voor dit soort in Strasbourg gebouwde schepen. Maar ook met meer patrijspoorten blijft de lichtinval zeer beperkt, zeker als je ook nog eens tegen een hoge kade ligt. Daarom vind je op het achterdek van deze schepen meestal nog een lichtkoepel, de zogenaamde clair voir. |
|||
Deze te Petite-Synthe gebouwde Eugorip heeft een wat langere roef dan de Paris hierboven, maar de eigenaar heeft toch nog een stuk woning voor de stuurhut laten plaatsen. Verlies van ruim heeft weinig belang op dit schip, want ondanks z'n normale uiterlijk is dit een melassetanker en staan er dus tanks in het ruim. Het aantal tankers in de spitsenvaart is tegenwoordig vewaarloosbaar, maar dat is ooit anders geweest..... |
|||
Maar ze zijn er nog, zoals deze Dendre. Wat er in zit is niet meteen duidelijk. Kenners zullen aan de installaties aan dek wel meteen zien wat voor lading er in de tanks zit, maar je kan er vanuit gaan dat alles wat nu in "duizendtonners" aan vloeibare lading vervoerd word ooit per tankspits ging. Brandstoffen, allerhande chemicaliën, teer ,tot wijn en andere voedingswaren. Hier en daar zijn ze ook nog in gebruik als bunkerschip of waterboot in zeehavens. |
|||
Hun werk wordt ook steeds vaker overgenomen door tankduwbakken, zoals hier goed te zien is bij CFT te Dunkerque. De Fleche d'Or II en de Auvergne zijn hier duidelijk in de minderheid. |
|||
|
|||
Dan nog even een "moderne" spits, bouwjaar 1962. Ook al meer dan 40 jaar oud dus, maar dat is er niet aan te zien. Het schip is sinds toen aardig doorontwikkeld. Aluminium luikenkap en stuurhut, automast, radar etc. Wel even een verschil met de sleepspits op de postkaart hier helemaal in het begin.....
|
|||
Om nog maar even te benadrukken dat er variatie genoeg is binnen de spitsenvloot. Met bijvoorbeeld één foto per werf kun je waarschijnlijk al een fikse website vullen......
|
|||
HOME | TOLERABLE | ELISABETH | VARIANTEN | VAREN WERF | HERGEBRUIK | FOTODUMP | INFO | CONTACT | LINKS
|